| Het blauw gekleurde deel is het materiaal waarin getapt gaat worden. Het rood-grijze is de tap, het wit is lucht, in feite het voorgeboorde gat in het te tappen materiaal. Indien men gaat tappen met een snijtap dan wordt een gat voorgeboord volgens de gele verticale lijn, gaat men roltappen, dan wordt een iets groter gat geboord, op de tekening is dat volgens de groene verticale lijn. Een snijtap zal in het materiaal gaan snijden, daarbij wordt dus een weinig materiaal weggehaald (spanen) en zo wordt de schroefdraad gevormd door het naar binnen draaien van de tap. Bij roltappen gaat dat wezenlijk anders. De conisch gevormde tap raakt eerst de wanden van het gat niet, maar naarmate hij dieper wordt ingebracht zullen de randen de wand gaan raken. In de wand treedt vervorming op (zie de onderste volledig zichtbare winding van de tap op de tekening). De volgende winding heeft een iets grotere diameter en zal het materiaal verder vervormen. Belangrijk bij die tweede en derde winding (en de volgenden) is dat er materiaal naar boven wordt geduwd, dat samenkomt met het naar onderen geduwde materiaal. Aan het einde van de bewerking zien we een perfect gevormde schroefdraad met behoud van materiaal en materiaalstructuur. |
